10 tips om een goede training te geven

Een training geven is veel meer dan alleen kennis bijbrengen. Hoe zorg je ervoor dat de stof gaat leven? Dat de cursisten met een goed gevoel weggaan? Dat je trainingen van ‘wel oké’ naar écht goed gaan? Wij stelden samen met ervaren ICM-trainer Janet van Essen 10 tips samen waarmee jij je trainingen naar een hoger niveau brengt!

Tip 1: Leerdoelen vaststellen

Stel voorafgaand aan de eerste trainingsdag leerdoelen op. Leerdoelen zijn voor een goede training essentieel: ze zorgen ervoor dat cursisten weten wat ze gaan leren, waarom ze dit gaan leren en wat ze er uiteindelijk mee kunnen doen. 

Janet: “Ik laat cursisten ook altijd hun eigen leerdoelen opstellen. Bij ICM ontvangt elke cursist van tevoren een intakeformulier waardoor ik als trainer te weten kom wat de cursisten willen leren en ontwikkelen. Hier kom ik op trainingsdagen op terug. De cursisten horen dan ook van elkaar waar de leerbehoefte ligt en dat zorgt voor herkenning en erkenning: “oh, ik ben niet de enige die dit lastig vindt..”.”

Tip 2: Creëer een veilige sfeer
Zorg voor een ontspannen en veilige sfeer tijdens de trainingen. Begroet de cursisten persoonlijk en maak oogcontact bij binnenkomst. 

Het is voor deelnemers prettig als ze al met één of meerdere medecursisten in contact zijn geweest voordat je hen vraagt om plenair iets in de groep te zeggen. Dat zorgt voor meer betrokkenheid en een lagere drempel om voor de groep te praten. Laat de deelnemers daarom bij de start van de training in kleine groepjes iets uitwisselen, bijvoorbeeld wie ze zijn, wat hun achtergrond is en de reden waarom ze deze training volgen. 

Door de cursisten met jou en met elkaar de verbinding aan te laten gaan, ontstaat er een open, veilig en prettig leerklimaat.

Tip 3: Ga na wat iedereen nodig heeft

Voor een nuttige en waardevolle training is het goed om, bijvoorbeeld op een flip-over, een inventarisatie te maken van wat de deelnemers van elkaar en van de trainer nodig hebben.  

Janet: “Vaak komen daar wensen uit als veiligheid, inspiratie opdoen, respect, humor, nieuwe inzichten en kennis, elkaar enthousiasmeren, actief bezig zijn, aanmoedigen en tussendoor bewegen.  

Daar kun je als trainer nog eigen belangrijke regels aan toevoegen. In mijn trainingen zijn dat bijvoorbeeld zaken als feedback en complimenten geven, storingen gaan altijd voor en fouten maken mag: dat noemen we faalplezier!”

Tip 4: Zorg voor een prikkelende intro

 Zorg bij de start van een training en bij de aankondiging van een los onderdeel of blok voor een prikkelende INTRO. Dit zorgt ervoor dat de opdracht volledig duidelijk is en dat de cursisten weten waarom het belangrijk is. INTRO is een acroniem dat staat voor:  

Interest: dit gaat over hoe je als trainer de aandacht van de groep krijgt. Dit kan bijvoorbeeld door een beeld, stelling, metafoor, of eigen ervaring in te brengen. 
Need: geef aan waarom het nuttig is voor de deelnemers om meer over dit onderwerp te weten.
Time: Geef per onderdeel een indicatie van hoe lang de deelnemers ermee bezig zijn.
Response: wat verwacht je van de deelnemers? Bijvoorbeeld dat ze goed luisteren, observeren of de stof bespreken. 
Objectives: wat moeten de deelnemers weten of kunnen na afloop van de oefening?

Tip 5: Zorg voor interactieve en creatieve werkvormen
 Zorg voor interactieve en creatieve werkvormen die aansluiten bij de leerdoelen van de training en waarmee je alle vier de leerstijlen van Kolb doorloopt. Zo bevorder je de interactie tussen de cursisten, maak je het leerproces boeiender, zorg je voor meer borging en stimuleer je de creativiteit.  

Denk aan een stellingenspel, cursisten in groepjes laten samenwerken, of aan het uitleggen van een technisch proces met fotokaarten de juiste volgorde neerleggen of laten tekenen door cursisten. Uit de comfortzone stappen dus, en ervaren dat je ook op een andere manier kunt leren en inzichten op kunt doen! In dit artikel gaan we uitgebreid in op leercyclus van Kolb.

Extra tip: nog meer ideeën voor interactieve en creatieve werkvormen opdoen? Bekijk het gratis e-book 100 werkvormen voor docenten en trainers. Je kunt bij ICM ook de training Inspirerend en Creatief trainen volgen.

Tip 6: Ken jezelf en blijf ontwikkelen

Een goede trainer kent zichzelf en blijft zichzelf ontwikkelen. Weet wat je kwaliteiten en valkuilen zijn, en wees je bewust van de momenten waarop je in je valkuil dreigt te stappen. Wat zijn jouw triggers? Een deelnemer die veel vraagt of het beter weet? Of juist iemand die niets zegt? Deelnemers die steeds met elkaar in gesprek gaan?  

Om een training goed te kunnen geven is het belangrijk om je bewust te zijn van je eigen (belemmerende) overtuigingen en automatische reactiepatronen zoals boos worden, over dingen heen praten, pleasend gedrag vertonen of negeren. Om inzicht in je eigen gedrag te krijgen kan het nuttig zijn om af en toen een coach te bezoeken. 

Maar ook gebruik van je talenten! Ben jij creatief aangelegd en goed in het verzinnen van leuke werkvormen? Zet ze in. Heb je humor? Maak dan lekker veel grapjes tijdens je training. Je trainingen worden leuker en effectiever. 

Ga voor jezelf na waar jouw krachten liggen en durf de cursisten na afloop om feedback te vragen: wat zijn jouw goede punten en verbeterpunten?

Tip 7: Zorg dat je materiaal op orde is

  Misschien klinkt dit als een open deur, maar tijdens het geven van de training wil je niet met randzaken bezig zijn. Zorg er van tevoren voor dat het internet werkt, dat de beamer goed staat, dat er pennen voor de deelnemers zijn en dat er een flip-over is, zodat je je volledig kunt focussen op het geven van de training.

Tip 8: Zet energizers in

 Een energizer is een perfect middel om de energie weer wat op te krikken, in beweging te komen, elkaar te leren kennen of om even te landen.  

Janet: “Een energizer die bij mij ook goed werkt is ‘niets doen en landen’. Vaak voelen cursisten zich bij binnenkomst een beetje gespannen, of zijn ze nog druk in hun hoofd vanwege hun gehaaste ochtend. Om ze dan even te laten landen en meer in hun lijf aanwezig te zijn vertel ik ze dat ze even bewust mogen voelen hoe ze in hun stoel zitten, met hun voeten stevig op de grond en de rug tegen de leuning.  

Andere leuke energizers zijn bijvoorbeeld een line-up maken op leeftijd of werkervaring, of de landkaart: de zaal is een landkaart en de deelnemers gaan staan op de plek waar ze zijn geboren of waar ze wonen. Leuk en nuttig!”

Tip 9: Breng het geleerde in de praktijk

 Een training volgen zonder het geleerde in de praktijk te brengen is als een nieuwe tv kopen en hem in de doos laten zitten: je hebt er niks aan. 

Benadruk daarom vanaf het begin het belang van het geleerde direct toepassen. Zo gaat de stof beter leven en zorg je voor meer borging. Bovendien: een training is pas geslaagd wanneer je er buiten de trainingsdagen om wat aan hebt. 

Stimuleer je cursisten om in hun organisatie of in hun privéleven te zoeken naar projecten waarin ze de stof kunnen toepassen.”

Tip 10: Vergeet niet te lachen
 Neem het trainen serieus, maar vergeet niet hoe leuk het is! Maak een grap, doe leuke, spontane dingen en houd de lol erin. En gaat er iets mis? Lach erom en ga door. Lachen verbindt, verlaagt stress en zorgt voor ontspanning. Daarnaast zal men sneller een goed gevoel aan de training overhouden als er veel gelachen is.  

Zorg dus altijd voor plezier in je trainingen!

Wil jij alle facetten van het trainersvak onder de knie krijgen en professioneel trainer worden? Bekijk dan de ICM Trainersopleiding. 

Bekijk hier al onze opleidingen en trainingen op het gebied van trainen.