Het Disneymodel: een krachtige tool voor coaches

Walt Disney was een van de meest succesvolle ondernemers van de vorige eeuw. Hij wist zijn creatieve ideeën om te zetten in een wereldwijd imperium van films, animatie en themaparken. Hoe deed hij dat? Hij gebruikte een model dat de cirkel van creativiteit wordt genoemd, ontwikkeld door Robert Dilts.

Dit model is een waardevolle tool voor coaches die hun cliënten willen helpen met het ontwikkelen en realiseren van persoonlijke en professionele doelen. In dit artikel leggen we uit wat het Disneymodel inhoudt en hoe je het kunt gebruiken in je coachsessies.

De drie rollen van het Disneymodel

Het Disneymodel gaat uit van het idee dat je voor elk planningsproces drie verschillende rollen moet aannemen: de dromer, de realist en de criticus. Deze rollen hebben elk een eigen functie en perspectief.

  • De dromer is de bron van creativiteit en visie. Hij of zij bedenkt nieuwe mogelijkheden, zonder zich te laten beperken door de realiteit. De dromer zorgt voor vernieuwing en inspiratie.
  • De realist is de brug tussen de droom en de werkelijkheid. Hij of zij maakt een concreet en haalbaar plan om de droom te verwezenlijken. De realist zorgt voor structuur en actie.
  • De criticus is de waakhond van de kwaliteit en de veiligheid. Hij of zij kijkt kritisch naar het plan en de droom, en signaleert mogelijke problemen en risico’s. De criticus zorgt voor verbetering en optimalisatie.

Deze drie rollen zijn allemaal nodig voor een succesvol planningsproces. Als je een rol overslaat of te veel nadruk legt op een rol, loop je het risico dat je plan niet werkt. Bijvoorbeeld:

  • Als je alleen de dromer bent, blijf je hangen in fantasieën die nooit werkelijkheid worden.
  • Als je alleen de realist bent, mis je de creativiteit en de visie om iets nieuws te creëren.
  • Als je alleen de criticus bent, rem je de creativiteit en de actie af met je negativiteit en scepsis.

Hoe gebruik je het Disneymodel in de praktijk?

Je kunt als coach het disneymodel toepassen in verschillende situaties, bijvoorbeeld:

  • Als je coachee een dilemma of een besluit heeft waar hij of zij mee worstelt.
  • Als je coachee een doel heeft dat hij of zij wil bereiken, maar niet weet hoe.
  • Als je coachee vastzit in een bepaalde rol of denkwijze, en meer balans wil vinden.
  • Als je coachee meer creativiteit en innovatie wil ontwikkelen.

Het doel is om de dialoog op gang te brengen tussen de drie rollen in de coachee, en zo de balans te herstellen.

Wat heb je nodig?

  • Drie vellen papier (ankerplaten) met daarop geschreven: dromer, realist, criticus.
  • Een ruimte waar je de ankerplaten op de grond kunt leggen, op enige afstand van elkaar.

Hoe verloopt de oefening?

  • Vraag je cliënt om een dilemma of een doel in te brengen waar hij of zij mee worstelt.
  • Leg de ankerplaten op de grond en vraag je cliënt om op de ankerplaat van de dromer te gaan staan.
  • Vraag je cliënt om vanuit de rol van de dromer te vertellen wat zijn of haar droom is met betrekking tot het dilemma of het doel. Stimuleer je cliënt om vrijuit te fantaseren, zonder zich te laten beïnvloeden door de realiteit of de kritiek. Je kunt vragen stellen als:
    • Wat zou je het liefste willen?
    • Hoe ziet je ideale situatie eruit?
    • Wat maakt je enthousiast en blij?
  • Vraag je cliënt om vervolgens op de ankerplaat van de realist te gaan staan.
  • Vraag je cliënt om vanuit de rol van de realist te vertellen hoe hij of zij de droom kan realiseren. Stimuleer je cliënt om een concreet en haalbaar plan te maken, met duidelijke stappen en acties. Je kunt vragen stellen als:
    • Hoe kun je je droom waar maken?
    • Wat heb je daarvoor nodig?
    • Wie kan je daarbij helpen?
    • Wat zijn de voordelen van je plan?
  • Vraag je cliënt om daarna op de ankerplaat van de criticus te gaan staan.
  • Vraag je cliënt om vanuit de rol van de criticus te vertellen wat de mogelijke problemen en risico’s zijn van het plan en de droom. Stimuleer je cliënt om kritisch en realistisch te zijn, zonder de droom af te kraken. Je kunt vragen stellen als:
    • Wat kan er misgaan?
    • Welke obstakels kom je tegen?
    • Wat zijn de nadelen of de kosten van je plan?
  • Vraag je cliënt om vervolgens weer op de ankerplaat van de dromer te gaan staan.
  • Vraag je cliënt om te reflecteren op wat hij of zij heeft gehoord van de realist en de criticus. Vraag je cliënt om eventuele aanpassingen te maken aan de droom, zodat deze beter aansluit bij de realiteit en de kritiek. Je kunt vragen stellen als:
    • Wat vind je van de feedback van de realist en de criticus?
    • Hoe kun je je droom nog beter maken?
    • Wat geeft je vertrouwen en motivatie?
  • Vraag je cliënt om ten slotte weer op de ankerplaat van de realist te gaan staan.
  • Vraag je cliënt om te bevestigen dat hij of zij achter het plan staat en klaar is om het uit te voeren. Vraag je cliënt om het nieuwe inzicht te verankeren door middel van een woord, gebaar of symbool. Je kunt vragen stellen als:
    • Hoe voel je je nu over je plan?
    • Wat is je eerste actie?
    • Hoe ga je je plan onthouden en volhouden?

Tips bij het gebruiken van het Disneymodel

  • Geef je cliënt de ruimte en de tijd om elke rol goed te ervaren. Laat je cliënt zelf kiezen welke rol hij of zij wil aannemen, of nodig je cliënt uit om een rol te proberen.
  • Wees ondersteunend en nieuwsgierig in je vragen. Vermijd oordelen of suggesties. Laat je cliënt zelf de antwoorden vinden.
  • Let op de lichaamstaal en de energie van je cliënt. Elke rol heeft een eigen houding en uitstraling. Help je cliënt om in de juiste stemming te komen voor elke rol.
  • Als je cliënt vastloopt of blokkeert in een rol, verken dan waar nog ruimte zit en nodig je cliënt uit om vanuit die rol te kijken naar de andere rollen. Bijvoorbeeld:
    • Als je cliënt moeite heeft met de dromer, vraag dan: Wat zou de realist of de criticus je willen zeggen over je droom?
    • Als je cliënt moeite heeft met de realist, vraag dan: Wat zou de dromer of de criticus je willen vragen over je plan?
    • Als je cliënt moeite heeft met de criticus, vraag dan: Wat zou de dromer of de realist je willen laten zien over je plan?

Wil je in een opleiding of training oefenen met dit model? Dit kan bijvoorbeeld in onze geaccrediteerde ICM Coachingsopleiding.