Botte docent of docentbot?

Het lijkt de keuze van de toekomst te zijn: wil je een menselijke docent of een (ro)bot voor de klas? In april was ik op het Next Learning event in Den Bosch. Het is geweldig om daar mensen te ontmoeten en naar inspirerende sprekers en de vele voorbeelden van het nieuwe leren te luisteren.

Dit jaar zijn er ook weer veel sprekers die zich afvragen waar leren in de toekomst naartoe gaat. Waar gaan onze banen heen? Wat moet de medewerker van de toekomst leren? Wat is onze rol als HRD- en leerprofessionals daarin? Worden onze banen langzaam vervangen door machines? Door algoritmen? Door onmenselijk perfecte robots?

Waar leren we nog van?

Waar leren we dan nog werkelijk van? De eerste key note van de dag, Donald Clark, geeft deels antwoord. Je denkt als docent dat je jouw studenten veel te vertellen hebt, dat je door goed doordachte lesstof en methodes je studenten slimmer maakt. Maar we weten al heel lang dat lessen niet zo lang blijven hangen. De vergeetcurve (Ebbinghaus) is ongelooflijk steil. De eeuwige uitdaging van de docent is om lesstof duurzaam over te dragen zodat de student onthoudt wat hij geleerd heeft. De frustratie van de docent zit dan ook vaak op “dat heb ik je gisteren toch verteld?”.

We weten inmiddels ook dat je vooral leert door te doen. De techniek biedt daar hele mooie hulpmiddelen voor, zoals Virtual Reality. Clark toont met een filmpje van zijn gillende zus in een virtuele bungeejump aan dat ze, hoewel ze de ervaring nooit daadwerkelijk gehad heeft, nooit meer vergeet hoe het voelt om de sprong te wagen.

Neemt de robot het over?

Kan de techniek jouw voorbeeld, als ouder, als leerkracht, als leider overnemen? Is Artificial Intelligence de toekomst van leren? Neemt de robot het over van de menselijke docent?

Het voordeel zou zijn dat je ook het voorbeeldgedrag perfect kunt programmeren. Ideaal! Maar menselijk? Is het niet zo dat we juist leren van onze fouten? Als onze voorbeelden geen fouten meer maken weten we dan nog wel hoe we een vergissing kunnen herstellen? Hoe we ‘het goed moeten maken’.

Diezelfde dag was ik ook even op de school van mijn kinderen voor een gesprek met een aantal leerkrachten. In dat gesprek kreeg ik een goed voorbeeld van de uitgesproken oordelen van de menselijke docent. Ik vroeg waar de excursie van de volgende dag voor de groep naar toe zou gaan en het bleek Duitsland te zijn. Een van de docenten vertelde dat alle voorbereidingen dus ook in het Duits moesten. Een leerling had gevraagd: “Wat is welterusten ook alweer in het Duits, juf?”. En juf antwoordt: “Dat heb je in de eerste klas al geleerd, dat je dat nu nog niet weet!”. En hoe mooi dat de leerling hulp vroeg. Te bot? Had een docentbot dit ook zo aangepakt?

Van fouten maken leer je

Die dag realiseerde ik me zoals veel vaker dat leren en ontwikkelen het leven is. Dat we wellicht veel moeite doen om methodes van leren te ontwikkelen maar dat het er misschien gewoon al is. We hoeven ons er alleen maar bewust van te zijn. Er ruimte aan te geven.

Ook vraag ik me af waarom ik op dit soort events toch weinig of geen docenten en trainers ontmoet. Is er in de dagelijkse praktijk van lesgeven, van voorbeeld zijn voor onze kinderen, nog ruimte om te reflecteren op leren en op eigen werk? Volgens mij is het meer dan ooit ongelooflijk belangrijk om hier tijd voor te maken. Bewust techniek in ons onderwijs en werk toe te laten en met het daadwerkelijke leerdoel voor ogen de beste techniek te kiezen. Ook als dat (een) bot moet zijn.

Leren is wat mij betreft vooral “reflecteren”. Elke dag als ik naar huis rijd, vraag ik me af: wat had ik vandaag anders kunnen doen? Wie was vandaag mijn grote voorbeeld? Want hoewel ik soms bot kan zijn, ben ik geen robot. En gelukkig maar, want ik hou van mensen en hun intentie om van fouten te kunnen leren.