Hoe ga je om met weerstand?

Succesvol veranderen begint met enthousiaste medewerkers. Maar lang niet altijd wordt er met enthousiasme gereageerd op een aangekondigde verandering. Zeker niet als een verandering wordt opgelegd, of als veranderingen in de organisatie in het verleden niet succesvol zijn geweest. In plaats van enthousiasme roept de verandering dan weerstand op. Hoe ga je daarmee om?

Weerstand als verschil in perspectief

Heb jij het volgende wel eens meegemaakt? Je hebt een idee waar je voor de volle 100% achter staat, maar een ander denkt daar heel anders over. Je eerste reactie kan zijn om de ander over te willen halen. Als diegene eenmaal inziet dat dit de juiste weg is, verdwijnt de weerstand vanzelf. Probleem opgelost! Of toch niet? Het antwoord op die vraag hangt af van de manier waarop je tegen weerstand aankijkt. Je kunt weerstand op verschillende manieren zien:

  • (Nog) niet willen
    Dit is hoe weerstand vaak gezien wordt. Het plan dat je voor ogen hebt is het juiste, maar de ander ziet dat nog niet in. Met de juiste informatie, steun of sturing zal ook diegene de meerwaarde inzien en mee willen gaan. Als je zo tegen weerstand aankijkt, zul je de ander dus vooral mee willen krijgen in jouw richting.
  • Een verschil in perspectief
    Je kunt weerstand ook zien als een verschil in perspectief. Jij hebt een beeld van de situatie, en de ander heeft daar een ander beeld van. Beide beelden zijn van waarde; je gaat er niet vanuit dat jij het bij het rechte eind hebt. Als je zo naar weerstand kijkt, is je doel niet om de ander mee te krijgen in jouw plan. Je zult je eerder in de zienswijze van de ander willen verdiepen, om zo bestaande ideeën beter en rijker te maken.

Kun je de deur openhouden voor ideeën en verbeteringen?

Soms staat een plan vast en zullen anderen er linksom of rechtsom in mee moeten gaan. In dat geval kun je onderzoeken wat de ander nodig heeft om dat kunnen te doen. Maar als er al een beetje ruimte is, kom je samen een stuk verder door weerstand te zien als een verschil in perspectief. Hiermee houd je de deur open voor ideeën en verbeteringen waar je zelf nog niet aan had gedacht, en kun je uiteindelijk meer bereiken.

Hoe herken je weerstand?

Weerstand is een teken dat iemand een onderwerp belangrijk vindt. Het raakt bijvoorbeeld aan een waarde of behoefte. Het is dan ook niet gek dat weerstand gepaard kan gaan met sterke reacties.

Hoe iemand weerstand uit, is afhankelijk van de specifieke persoon en situatie. Weerstand kan direct worden geuit; de ander geeft in duidelijke taal aan het niet met je eens te zijn, bijvoorbeeld met tegenargumenten, door de discussie aan te gaan of door boos te worden. Ook kan weerstand indirect worden geuit; de ander gebruikt subtiele signalen om de weerstand kenbaar te maken, bijvoorbeeld door met andere collega’s te roddelen, zaken die relevant zijn voor de beoogde verandering uit te stellen of te vermijden, zich terug te trekken of via sarcasme. Het is goed om deze verschillende uitingsvormen van weerstand te herkennen, zodat je er bewust en adequaat mee om kunt gaan.

Weerstand in groepen

Weerstand herkennen bij één persoon is één ding. Maar als je met groepen werkt is het zinvol om ook de hele groep te overzien. Zo zie je dat er mensen zijn die het met je eens zijn, mensen die een heel ander perspectief hebben en mensen die ergens in het midden zitten. De 20-60-20-regel helpt je om patronen van weerstand in een groep te herkennen.

Lees meer over de 20-60-20-regel
In de manier waarop weerstand zich in een groep uit, zit vaak een patroon. De 20-60-20-regel is afkomstig uit de sociale psychologie en kan helpen om dit patroon te herkennen. De regel stelt dat een groep gemiddeld uit 20% enthousiastelingen, 60% neutralen en 20% critici bestaat. In het omgaan met weerstand zul je elke groep op een eigen manier willen benaderen.

Een goed gesprek aangaan

Als je de weerstand hebt herkend, is de volgende stap om er goed mee om te gaan. Je hebt misschien de neiging om in de tegenaanval te gaan, de situatie te vermijden of geheel mee te gaan in de wensen van de ander. Allemaal begrijpelijke impulsen. Maar je komt pas echt verder als je een goed gesprek voert. Het ADSIC-model kan je hierbij helpen.

Het ADSIC-model

Een goed gesprek voeren is makkelijker gezegd dan gedaan. Het vergt moed om weerstand bespreekbaar te maken. Maar alleen door erover te praten krijg je inzicht in het perspectief van de ander, en dit helpt om je eigen blikveld te verruimen. Het stappenplan van het ADSIC-model helpt je om het goede gesprek te voeren en samen verder te komen.

  • De A staat voor aanmoedigen. Je moedigt de ander aan om te vertellen hoe die naar de situatie kijkt.
  • De D staat voor doorvragen. Je stelt open vragen tot je het perspectief van de ander goed begrijpt. Neem hiervoor de tijd.
  • De S staat voor samenvatten. Als de ander is uitgepraat, geef dan in je eigen woorden terug wat je hebt gehoord. Op die manier weet de ander dat je geluisterd hebt, en kun je gelijk checken of je het goed begrepen hebt.
  • Dan volgt de I van informatie. Hierbij onderzoeken jullie samen wat er nodig is om een stap verder te komen. Het kan zijn dat extra toelichting (van beide kanten) genoeg is om de weerstand te verminderen. Andere keren vergt het meer zoekwerk om tot een plan te komen dat door jullie beiden gedragen wordt.
  • Tot slot de C van check. Check expliciet of jullie allebei oké zijn met de voorgenomen oplossing. Merk je dat dat niet het geval is? Begin dan weer bij de A en moedig de ander aan om te vertellen wat er nog meer dwarszit. Zo voorkom je dat er achteraf een zweem van weerstand blijft hangen.

De behoefte achter de weerstand

In een goed gesprek probeer je te ontdekken waar de weerstand vandaan komt. Vaak is dat uit een behoefte die niet voldoende wordt vervuld. Door oprechte aandacht te schenken aan deze behoefte, wordt de weerstand vanzelf minder. Houd daarbij altijd een open houding ten opzichte van je eigen ideeën. Het is geen trucje om de ander mee te krijgen, maar een manier om samen te onderzoeken hoe het nog beter kan. Dit zijn de drie meest voorkomende behoeften die achter weerstand schuilen:

  • Behoefte aan motivatie
    Soms gaat iemands vuurtje gewoonweg (nog) niet branden van een idee. Er wordt geen betrokkenheid of prikkel gevoeld om ermee aan de slag te gaan.
    Je eerste reactie kan zijn om de persoon in kwestie te gaan overtuigen. Dat heeft meestal weinig effect. Probeer je eerder te verdiepen in de ander. Wat speelt er, waar is de ander mee bezig? Welke obstakels komt de ander tegen en wat zou diegene juist graag willen? Erken dit en haak erbij aan. Door deze ervaringen en thema’s mee te nemen, vergroot je de motivatie. En grote kans dat de plannen en ideeën hierdoor rijker worden.
  • Behoefte aan betekenis
    Soms klopt het grotere plaatje voor de ander nog niet. ‘Waar doe ik dit eigenlijk voor? Wat voegt het uiteindelijk toe?’
    In dit geval is het niet gek dat er weerstand wordt gevoeld. Wat heeft het voor zin om er tijd en moeite in te steken? Je kunt in zo’n geval uitleggen wat volgens jou de bijdrage is aan het grotere geheel. Maar vergeet vooral niet om je ook te verdiepen in het perspectief van de ander. Wat vindt die écht van betekenis? En hoe past deze verandering daarin? Vaak zullen jullie ideeën door dit gesprek dichter bij elkaar komen.
  • Behoefte aan vaardigheden
    De ander kan twijfelen of de benodigde vaardigheden in huis zijn om de verandering te kunnen maken. Bij zichzelf, een ander, of misschien wel het team of de organisatie. ‘Ben ik in staat om de stap te zetten?’
    Vraag in dit geval goed door: om welke vaardigheden gaat het? En wat is er nodig om die voldoende te versterken? Er kan bijvoorbeeld behoefte zijn aan coaching, oefening, uitleg of training. Tip: vraag ook uit of alle benodigde middelen in huis zijn. Soms schuilt het probleem niet in de vaardigheden, maar in de beschikbare middelen of tijd.

In opleidingen als Verandermanagement in 5 maanden, Lean Six Sigma Green Belt en Leidinggeven aan verandering leer je meer over het doorvoeren van veranderingen en het omgaan met weerstand. Benieuwd welke cursus het best past bij jouw leerbehoefte? Onze studieadviseurs denken graag met je mee. Je kunt hen op werkdagen bereiken op 030 – 29 19 888.

Meer lezen?

Bekijk ook eens de volgende artikelen: