Vijf werkvormen die jij kunt inzetten als wandelcoach

Als wandelcoach ben je waarschijnlijk al bekend met alle voordelen van wandelcoaching. Het werkt bijvoorbeeld stressverlagend, zorgt voor een lagere bloeddruk en vermindert angstige en sombere gevoelens. Tijdens wandelcoaching gebruik je de vele voordelen van de natuur tijdens het coachen. Verschillende wandelcoachvormen zijn geïnspireerd op bestaande methodieken. In dit artikel lichten we vijf wandelcoachvormen toe die je als wandelcoach kunt toepassen in jouw wandelcoachgesprekken.

1. De basiswandeling: mindful wandelen

Vorm: Individueel
Doel: Wandelend de zintuigen ‘aanzetten’ en proprioceptie
Duur: 15 minuten

  1. Beweging
    Je start de wandeling en voelt hoe je beweegt. Ontspan een beetje, dan nog meer, en nog meer. Vertraag je pas en let op je bewegingen in je lichaam.
  1. Ademhaling
    Verplaats je aandacht van je lichaam naar je ademhaling. Volg je adem een poosje. Snuif de geuren op. Haal eens diep adem en hou je adem even in. Varieer hiermee.
  1. Proeven
    Focus nu op wat je voelt van het buitenzijn. Voel je de buitenlucht op je huid? De kou van de temperatuur, de nattigheid door de regen of juist de warmte door de zon? Schuren je kleren tijdens het lopen? Voelen je tenen de zijkanten van je schoenen?
  1. Gehoor
    Ga nu met je aandacht naar de geluiden om je heen. Probeer alles te horen wat er te horen valt. Van dichtbij naar ver weg. Wat hoor je allemaal tegelijk? Concentreer je daarna even op één geluid. Bijvoorbeeld de fluitende vogels.
  1. Kijken
    Kijk om je heen en neem de tijd om te zien. Wat zie je allemaal? Zoom eens in op een klein stukje natuur en richt je vervolgens op het panorama. Wat zie je vol in beeld en wat in je ooghoeken?
  1. Voelen
    Sta even stil en kijk om je heen. Wat wil je aanraken? Voel eens de bast van een boom, tast een hulstblaadje af en voel de stekels, wrijf wat gras in je handen en ruik aan je handen. Misschien wil je je hand in het water wiegen.
  1. Ervaar
    Je wandeling eindigt en je staat even stil bij hoe je nu je lijf ervaart. Tip: Bespreek eens wat de een opvalt en wat de ander opvalt!

2. De wondervraag

Vorm: In duo’s in twee rondes
Doel: Het ontdekken van wensen en verlangens
Duur: 45 minuten

Na een korte basiswandeling kun je als coach deze oefening introduceren:
‘Stel dat jij naar huis gaat en de dag afmaakt. Je doet wat je normaal doet en dan ga je naar bed.
Terwijl je slaapt, gebeurt er een wonder. De problemen waarvoor je hier nu zit zijn verdwenen.
Maar je slaapt, dus je weet niet dat het wonder heeft plaatsgevonden. Vanaf het moment dat je
wakker wordt, merk je al dat er iets veranderd is. Alles waarnaar je verlangde is werkelijkheid
geworden…’.

Jullie lopen samen verder in het ritme van de coachee. Deze geeft antwoord op zijn of haar tempo.
Jij (als coach) luistert, stemt af en stelt vragen. Bijvoorbeeld:

  • Wat is het eerste waaraan je merkt dat dit gebeurd is?
  • Hoe voel je je als je zo wakker wordt?
  • Welke prettige gedachten heb je?
  • Hoe denk je nu over jezelf, over wat jou zo goed doet?
  • Waar op de wereld ben je?
  • Hoe ziet je omgeving eruit? Wat is er zo heerlijk aan?
  • Wat waarderen anderen in jou?
  • Welke kwaliteiten van jou komen tot hun recht?
  • Als ik je zie, wat is er nu anders aan je? Je houding? Je gezichtsuitdrukking?

Vraag daarna of er iets in de natuur is te vinden dat past bij deze nieuwe beschrijving:

  • Als je de natuur ervaart, wat zie je, wat hoor je, wat ruik je, wat voel je dat past bij je
    wensen?
  • Waarom past het er zo goed bij?

Tips

  • Neem de tijd om de vraag te introduceren
  • Stel sterkte-perspectief vragen: wat wil je coachee wél, wat kan diegene wel?
  • Praat in de tegenwoordige tijd
  • Geef aandacht aan details
  • Vraag naar de drie meest wezenlijke verlangens naar aanleiding van dit wonder.

3. Element uit de natuur

Vorm: Tijdens een wandelcoachgesprek
Doel: De kracht van symboliek ervaren
Duur: niet bepaald

Koppel een belangrijk moment tijdens de coaching aan een element uit de natuur. Dit kan een
hittepunt zijn, iets waarvan de coachee uiteindelijk afstand wil doen. Of juist om iets moois vast te houden of te koesteren. Een verlangen, een droom, een waarde. Dit element kan een voorwerp
zijn, zoals een dennenappel of steentje, maar ook een boom of bloeiende plant. Dit element kan
ook een uitzicht, een brug, een kuil of een heuvel zijn. Als je coachee een element wilt bewaren, kan diegene het meenemen of een foto ervan maken. Wil je coachee juist iets loslaten, dan kan je coachee het element letterlijk teruggeven aan de natuur met een ritueel dat impact heeft.

Tip: Geef je coachee de tijd om iets uit te zoeken en erbij stil te staan. Vaak komen er emoties los
als eenmaal een element gevonden is.

4. Slenteren en dwalen: The Road to Nowhere

Vorm: Individueel of tijdens een wandelcoachgesprek
Doel: Bezinnen, activeren van nieuwe breinverbindingen
Duur: In overleg: 10 tot 20 minuten is een richtlijn

Voorbereidend op een exploreerfase in de coaching of na een belangrijk moment ter bezinning, nodig je je coachee uit om zonder doel, tijd of eindpunt te gaan dwalen en slenteren. Je kunt ook de coachee laten mijmeren al zittend op een boomstronk of liggend in het gras. Laat je coachee eerst rondkijken. Draai een rondje en zie wat er allemaal te zien is. Is er iets wat je coachee aantrekt? Dan lopen jullie die kant op. Vervolgens is je coachee vrij om welke richting dan ook op te slenteren. Bij een kruising kiest je coachee de weg die het meest aantrekt. Er is geen doel, er hoeft niets bereikt te worden. Thema’s als zelfredzaamheid, persoonlijk leiderschap, vrijheid, de automatische piloot en vaste patronen kunnen aangeraakt worden. Gevoelens als rust, berusting, ontspanning, paniek en gelatenheid kunnen ontstaan. Benoem ze en nodig uit deze te accepteren. Evenals de gedachten die opborrelen. Gedachten als ‘ik moet nog’, ik heb dit nog allemaal te doen’, maar ook ‘wat doe ik nu eigenlijk’?

  • Wat ervaart je coachee? Weerstand of juist vrijheid?
  • Wat gebeurde er in het begin? Veranderde er iets later in deze oefening?
  • Welk ‘streven’ liet je coachee (na een tijdje) los?
  • Wat mag in het leven meer op z’n beloop gelaten worden?

5. Hindernissen

Vorm: Tijdens een wandelcoachgesprek
Doel: Uitdagingen overwinnen
Duur: Ongeveer 10 minuten

Als een coachee een voornemen heeft, maar niet tot uitvoer brengt, kan er sprake zijn van onbewuste stoppers of andere obstakels. Het zijn hindernissen op het pad naar de gewenste situatie. Soms kan de coachee de hindernis benoemen, soms ook niet. De natuur kan daarbij een handje helpen.

Kies als coach een element uit de natuur. Plaats deze tussen de coachee en de wandelroute. Vertel de coachee dat dit diens persoonlijke hindernis is. Vraag je coachee erlangs te gaan, erover heen te gaan of om het op te pakken en opzij te leggen. Je gebruikt hierbij de kracht van de verbeelding van de coachee. Een steentje kan levensgroot worden, de overwinning kan diep gevoeld worden.

Meer weten?

Ben jij coach en wil jij je kennis nog verder uitbreiden? Of wil je graag coach worden? Bekijk hier het overzicht van alle opleidingen en trainingen die ICM aanbiedt op het gebied van coaching.

Bronnen

De behandelde wandelcoachvormen zijn gebaseerd op de volgende bronnen:

  • Wandelcoaching bij stress en onzekerheid van Hilde Backus
  • Wandelcoaching van Jeroen Hendriksen
  • Wandel je wijzer-stad en natuur als coach van Aat van der Harst