De 10 tips om een betere gesprekspartner te worden
1. Luister meer, praat minder
Afstemmen op (de gedachten van) de ander, maakt het mogelijk vragen te stellen die aansluiten op de beleving van de ander. Vragen stellen opent niet alleen extra deuren in de wereld van je gesprekspartner, ze getuigen tevens van interesse. Je creëert hiermee een band met elkaar. Immers, oprechte aandacht is een bron van verbinding.
2. Neem tijd voor de ander
Kortom, je wint tijd. Hoe neem je de tijd voor de ander? Door dit gewoon in je agenda te plannen. Vooral voor de mensen die er voor jou toe doen, die belangrijk voor jou zijn. Zowel zakelijk als privé. Want vaak hebben we juist – vanuit een soort vanzelfsprekendheid – de neiging aan hen de minste tijd te besteden. Plan daarom voldoende tijd voor hen en zorg dat er ruimte voor echt contact is.
3. Geef zonder direct iets terug te verwachten
De meeste mensen zullen zelfs verbaasd reageren als deze vraag aan hen wordt gesteld. Dat zijn ze immers niet gewend. Wanneer heeft iemand jou voor het laatst deze vraag gesteld? En welk gevoel gaf dit jou? Waarschijnlijk prettig. Het geeft een gevoel van erkenning, het gevoel dat je gezien wordt. En dat de ander niet alleen met zichzelf en met zijn eigen belangen bezig is. Alleen al het stellen van de vraag wordt gewaardeerd.
Als je anderen helpt om te krijgen wat zij graag willen, dan zullen zij jou ook graag helpen. Het wordt de Wet van de Wederkerigheid genoemd. Dit wil niets anders zeggen dan ‘als jij iets doet voor mij, dan doe ik iets voor jou’. Niet omdat ik denk dat het moet, of omdat het mij iets op gaat leveren, maar omdat ik dit graag voor jou doe. Anders gezegd, je helpt de ander met de vraag ‘Hoe kan ik jou helpen?’ en uiteindelijk ook jezelf.
4. Maak weerstand bespreekbaar
5. Durf feedback te geven
Feedback is niet alleen negatief. Een welgemeend compliment, de positieve feedback, is motiverend. Mensen leren vaak veel meer van positieve feedback op het werk dat ze goed hebben gedaan, dan van kritiek op hun fouten.
De manier waarop je feedback geeft, is heel belangrijk. Probeer eerst voor jezelf helder te krijgen wat jou dwars zit of wat jou juist positief stemt. Kortom, wat is je boodschap? Vervolgens hanteer je de feedbackregels. Deze zijn:
- Gedrag: benoem het gedrag van de ander. Je roept weerstand op als je je op de persoon richt en niet op zijn of haar gedrag. Beschrijf dat gedrag dat je hebt waargenomen zonder oordeel. Beperk je tot het hier en nu. Haal geen oude koeien uit de sloot.
- Gebruik de ik-boodschap. De ik-boodschap zegt iets over jou. Over jouw behoefte, jouw vraag om begrip.
- Gevolg: geef aan welke gevolgen dit gedrag heeft voor jou.
- Gevoel: geef aan wat dit met jou doet.
- Gewenst: geef aan wat je zou willen.
- Geef de ander altijd ruimte om te reageren.
- Verken samen oplossingen of achtergronden.
6. Let op je non-verbale communicatie
Wat is de juiste lichaamstaal om ons effect te vergroten? Allereerst wordt een actieve en open houding naar de ander toe als heel positief ervaren. We laten onze interesse blijken door ons volledig naar de ander toe te draaien en onze armen niet gekruist of over elkaar te houden.
Oogcontact is ook erg belangrijk in de communicatie met de ander. Door de ander aan te kijken, vergroten we onze communicatiekracht. Doe dat eens, probeer het gewoon. Soms kan dit zelfs spannend voelen, maar het levert zeer veel op.
7. Houd je doel in het oog
Wanneer we geen doel voor ogen hebben, kunnen we alle kanten opvliegen. En meestal gebeurt dat, denk maar eens aan vergaderingen die veel te lang doorgaan. Zonder plan is het een vraagteken waar we uitkomen. Als het gaat om ‘gezellig kletsen’ is dat voor niemand storend, maar wel als het gaat om het bespreken van een inhoudelijk punt of het bereiken van een resultaat. In het merendeel van de gesprekken in werksituaties is het dus wel degelijk van belang dat je je van tevoren afvraagt met welk doel je het gesprek in gaat.
Door vooraf een duidelijk doel te hebben, maak je het jezelf een stuk makkelijker en aangenamer. Spreek daarom van tevoren jouw verwachting van het gesprek uit, zodat het helder is voor jezelf en voor de ander.
8. Verplaats je in de ander
Ten eerste door je eigen gedachten even stil te zetten en je eigen zienswijze een moment los te laten. Ten tweede door je af te vragen: zou ik er in zijn of haar positie ook zo over kunnen denken? Ten derde door jezelf af te vragen: wat wil hij of zij mij vertellen? En tenslotte door jezelf de vraag te stellen: wat kan ik doen om onze interactie te bevorderen?
9. Zet je trots opzij
10. Vergeet niet te lachen
Als je humor gebruikt, wordt het ook makkelijker om met uitdagingen om te gaan. Je bent minder snel uit het veld geslagen en durft meer open te staan voor verandering. Vergeet ook vooral niet om jezelf te lachen. Het is heel stimulerend om jezelf niet al te serieus te nemen!