10 tips uit de filosofie voor betere gesprekken

Je weleens afgevraagd of die ene collega bewust geen kinderen heeft? Waarom die vriend nou juist op díe politieke partij stemt? Of wil je het graag hebben over racisme, discriminatie of de klimaatcrisis, zonder dat mensen in de aanval of verdediging schieten of overtuigd hoeven te worden?

Vaak gaan we ervan uit dat we misschien moeilijke onderwerpen moeten vermijden, terwijl deze belangrijk zijn en juist kunnen verbinden. We maken van gesprekken een mijnenveld: uit angst voor ontploffing houden we gesprekken lekker veilig. Maar daardoor missen we verdieping en blijven onze gesprekken oppervlakkig.

In het boek ‘Socrates op Sneakers’ helpt praktisch filosoof Elke Wiss je om ingewikkelde gesprekken beter, genuanceerder, rijker en vrijer te voeren. Ze helpt je open en nieuwsgierige vragen te stellen die uitnodigen, prikkelen en verdiepen. Dán krijg je goede antwoorden en leer je elkaar beter kennen. Wij haalden uit haar boek onderstaande 10 tips om je alvast op weg te helpen.

Pas wanneer je weet dat je het niet weet, is er ruimte voor werkelijke kennis” – Socrates

De 10 tips

Tip 1: Ken de valkuilen

Wil je beter worden in het stellen van vragen, dan helpt het te snappen waarom we er soms zo slecht in zijn. Onderstaande redenen houden ons tegen goede vragen te stellen:

  1. Biologie: soms zijn we gewoon te veel met onszelf bezig om goede vragen te stellen. Dat is niet zo gek: over jezelf praten levert dopamine op. We hebben de neiging de ander te onderbreken of zijn in ons hoofd zo bezig met wat we willen zeggen dat we niet naar de ander luisteren. Of we bestoken iemand met hulp en advies, terwijl diegene misschien meer geholpen is door het antwoord in zichzelf te vinden. Daarbij helpt juist dat iemand je de juiste, scherpe vragen stelt. En wat dacht je van de uitroep ‘Dat heb ik ook!’? Je wilt misschien laten weten dat je óók mee kunt praten, maar de ander voelt zich vooral niet gehoord en gezien.
  2. Vraagvrees: vragen stellen is soms hartstikke eng. We stellen regelmatig vragen niet omdat we bang zijn om de ander in verlegenheid te brengen, voor onze eigen pijn en ons eigen ongemak. Of om conflict, ruzie en algehele ongezelligheid te voorkomen.
  3. Scoren: je scoort beter met een mening dan met een vraag. Een vraag stellen betekent dat je iets (nog) niet weet. We willen soms liever onwetend blijven dan dom overkomen.
  4. Objectiviteit: we zijn verleerd objectief te redeneren. Als iemand onze overtuigingen ter discussie stelt, dan maakt dat ons defensief. Uitspraken als ‘dat mag jij vinden’, ‘dat is jouw mening’ of ‘ik heb mijn waarheid en jij de jouwe’ illustreren dit. We ontlenen onze identiteit immers grotendeels aan onze opvattingen en overtuigingen. En daarvan afstand nemen is spannend en onzeker.
  5. Tijd: we denken dat het tijd kost om goede vragen te stellen. We gaan ervanuit dat andere mensen het druk hebben en geen geduld hebben voor een goed gesprek, onderzoek en nieuwsgierigheid.
  6. Competentie: we krijgen geen les in ‘vraagvaardigheden’ op school. Jonge kinderen vragen je soms de oren van het hoofd. Waarom is de lucht blauw? Waarom kunnen vogels vliegen en wij niet? Als het genoeg is geweest dan zeg je als ouder ‘omdat ik het zeg’ en dat is dat. Maar het is het waard om de onderzoekende houding van kinderen te koesteren en te voeden. Er de tijd voor te nemen, vragen terug te stellen en kinderen aan het denken en fantaseren te houden. Daarmee train je kritisch denkvermogen, het bevragen van eigen en andermans opvattingen en het leren innemen van meerdere perspectieven. Dat levert weldenkende, verbindende volwassenen op.

Tip 2: Ontwikkel een socratische houding

Socrates leefde 2500 jaar geleden in Athene. Hij bouwde een reputatie op als filosoof doordat hij in het politieke en culturele centrum van de stad in gesprek ging met vrijwel iedereen die hij tegenkwam over fundamentele kwesties in hun werk en leven. Hij was een meester in vragen stellen en confronteerde zijn gesprekspartner met tegenstrijdigheden. Hij nodigde anderen uit tot gezamenlijk onderzoek en stelde de dingen die vanzelfsprekend lijken ter discussie. Socrates’ motto was ‘ik weet dat ik niets weet’ en dat maakte hem ongeremd nieuwsgierig. Hoewel hij vele bewonderaars had, waren ook velen niet gecharmeerd van hem. Op zijn 70e werd hij ter dood veroordeeld voor goddeloosheid en het bederven van de jeugd.

Typerend aan Socrates was zijn vragende houding: onwetend, verwonderd en soms zelfs onbenullig. Deze ‘socratische’ houding wil je ontwikkelen wanneer je meer verwondering, doordenken en diepgang in je gesprekken wilt. In plaats van dat we denken te weten hoe iets zit, erken je met een socratische houding dat je het nog niet weet en nieuwsgierig bent.

Zo’n houding heb je niet van de een op de andere dag. Dit trainen begint met je bewust worden van je denken: wát je denkt maar ook hóe je denkt. Welke overtuigingen heb je? Maar ook: denk je snel of langzaam? Hoe beredeneer je? Hoe vaker je je gedachten observeert, hoe makkelijker het wordt om patronen te herkennen en te doorbreken. Registreer dat je oordeelt, afdwaalt of bezig bent met je eigen verhaal en breng je aandacht terug naar je gesprekspartner. Buig oordelen om naar nieuwsgierigheid en bevraag jezelf continu wat je zeker denkt te weten. Pas als je erkent iets niet te weten, is er ruimte voor nieuwe kennis.

Tip 3: Verwonder je

Houdt jouw gesprekspartner er een ander perspectief op na? Of reageert iemand op een manier waaraan jij je ergert? Probeer dan weg te blijven van kritiek. Kies voor verwondering, in plaats van de aanval in te zetten of je te frustreren. Door naar situaties met verwondering te kijken, en niet te labelen, in hokjes te plaatsen of te veroordelen, krijg je ruimte voor oprechte vragen. Wat maakt dat iets gebeurt? Of dat iemand iets vindt of zegt? Welke veronderstellingen liggen daaronder? Welke aannames heb jij daarbij? Verwondering helpt je om iets niet als vanzelfsprekend te zien. De crux is wel dat je je vragen oprecht moet voelen en menen. Anders kan je zomaar als sarcastisch overkomen en daar heeft niemand wat aan.

Tip 4: Ga kwetsbaarheid en ongemak aan

Bij het ontwikkelen van een socratische houding hoort het ontwikkelen van moed, kwetsbaarheid en het risico van ongemak. Vragen die verdiepen en confronteren zijn namelijk niet de gemakkelijkste vragen voor je gesprekspartner. Ze kunnen de ander uitdagen of verrassen. Het kan spannend zijn die vragen te stellen, je weet immers niet of je hem of haar in verlegenheid brengt. Daarom is het aan te raden je vraag in te leiden waarna je de ander de keuze geeft te antwoorden. In tip 8 lees je hier meer over.

Tip 5: Neem je oordelen niet te serieus

Oordelen doen we de hele dag. Hoe weet je anders welke kleding je aandoet? Wat je vanavond gaat eten of welk project je prioriteit geeft? Je oordeelt om vorm te kunnen geven aan je eigen leven. Het maakt het leven behapbaar en leuk, hoewel we wel onhandig met onze oordelen omgaan. Soms doen we het te snel, te ongenuanceerd of gebaseerd op halve informatie. En we nemen onze oordelen veel te serieus.

Een socratische houding aannemen gaat over het scheiden van oordelen en veroordelen. Het gaat om oordelen met een objectieve houding, waarna je je afvraagt: is dat zo? Het maakt je flexibel als je direct weer afstand kunt doen van je oordeel. Realiseer je dat je oordeelt, maar weet ook dat er meerdere kanten aan een zaak zitten. Dat maakt je in staat ook het tegenovergestelde van je oordeel te onderzoeken. Kortom: twijfel aan je overtuigingen!

Tip 6: Gebruik de structuur van een socratisch gesprek

Een socratisch gesprek draait standaard om één filosofische vraag die relevant is voor alle betrokken gesprekspartners. Het antwoord op deze vraag kun je niet online opzoeken. Je kunt het enkel samen onderzoeken. Samen word je wijzer door zuiver te luisteren, door te vragen en door te denken.

De beginvraag draait vaak om een of meerdere abstracte concepten. Wat is bijvoorbeeld leiderschap? Wat is klantvriendelijkheid? Wanneer mag je liegen? In dit soort vragen kun je nieuwe perspectieven en denkmogelijkheden verkennen.

Wat verder kenmerkend is aan een socratisch gesprek, is dat één concrete, waargebeurde casus van een van de deelnemers centraal staat. Het eerder gedefinieerde abstracte concept krijgt daardoor betekenis: je toetst en bespreekt je gedachtes aan de hand van een realistisch scenario. Zo’n situatie helpt je stelling te nemen en deze stelling te onderbouwen. Het geeft scherpte en diepte aan het gesprek.

In een socratisch gesprek kom je erachter waaróm mensen een bepaald standpunt innemen. Je ontdekt oordelen, normen, argumenten en mensbeelden waarvan je soms niet eens wist dat je ze had. Het uitgangspunt van zo’n gesprek is dat je niet in een discussie verzeild raakt, maar streeft naar consensus. Het gaat niet om je gelijk halen, maar er genoegen mee hebben dat je verschillende meningen hebt. Heb als intentie om nieuwe inzichten op te doen.

Tip 7: Blijf bij het verhaal van de ander

Goede vragen gaan over de ander. Je blijft ermee bij het verhaal en de ervaring van je gesprekspartner. Ze gaan niet over jou, jouw mening of jouw beleving. Gebeurt dat wel, dan ligt dat aan je luistervaardigheden. We raken tijdens het verhaal van de ander afgeleid of denken aan onze eigen gedragingen in soortgelijke situaties.

Het volgende onderscheid tussen drie luisterintenties helpt je om bij het verhaal van de ander te blijven:

  • Om te beginnen heb je de IK-intentie. Volgens deze intentie ben je tijdens het luisteren bezig met hoe jíj ergens over denkt. Met wat jij zou doen, denken of voelen in de situatie waar de ander het over heeft. Je bent niet bezig met het gevoel of de gedachten van de ander.
  • Daar tegenover staat de JIJ-intentie. Bij dit type ben je bezig met wat de ander bedoelt. Je luistert nieuwsgierig en socratisch en wilt begrijpen wat de ander denkt, voelt en hoe hij de dingen ziet. Je blijft hierbij weg van je eigen advies of visie.
  • De derde intentie is de WIJ-intentie. Deze intentie gaat over: hoe zitten wij erbij? Je kunt dit zien als een meta-positie, waarbij je naar jullie gesprek kijkt vanaf een afstandje. Hoe voel je je? Wat doet je gesprekspartner? Luisteren jullie naar elkaar? Of praten jullie in kringetjes?

Probeer de volgende keer dat iemand je een verhaal vertelt van intentie te wisselen. Registreer wat je denkt, wat je zegt en hoe de ander reageert. Leg je eigen oordeel en mening eens geheel terzijde.

Tip 8: Vraag toestemming voor een verdiepend gesprek

Niet iedereen zit te wachten op continu gevraag. Socrates vroeg zijn gesprekspartners daarom altijd expliciet of ze zin hadden om een kwestie samen te onderzoeken. Wanneer je een ander uitnodigt voor een verdiepend gesprek door er expliciet naar te vragen, dan wordt het gesprek een gedeelde verantwoordelijkheid. Als je dit niet doet, dan loop je het risico dat het gesprek gaat lijken op een politieverhoor.

Als je expliciet toestemming hebt gevraagd, dan is je gesprekspartner voorbereid op kritische vragen. Diegene weet dat hij uitgedaagd kan worden en beslist zelf of hij daarin meegaat of niet. Vraag bijvoorbeeld ‘zullen we hier wat dieper op ingaan?’ of ‘heb je zin om dit onderwerp samen filosofisch te onderzoeken?’.

Tip 9: Vertraag

Het voeren van een diepgaande dialoog vraagt tijd, aandacht en discipline. Net zoals voor het oplossen van een ingewikkelde puzzel is er concentratie nodig. Om stap voor stap te luisteren naar argumenten en naar wat er expliciet en impliciet gezegd wordt, moeten we onszelf trainen langzamer te denken en spreken.

Als je alle tijd en ruimte neemt voor een goede dialoog, dan levert je dat betere, diepgaande vragen en antwoorden op dan als je gehaast handelt. Train dit eens met iemand door bewust te vertragen en vóór iedere vraag en ieder antwoord twintig seconden stil te zijn. Probeer niet ongeduldig te wachten tot je aan de beurt bent, maar sta stil bij andermans woorden en observeer wat je denkt. Wat levert deze vertraging je op?

Tip 10: Vergeet niet te lachen

Je kunt een hoop moois tegenkomen als je je oordelen en aannames over een ander loslaat en met oprechte interesse en nieuwsgierigheid een gesprek aanknoopt. Sta open voor nieuwe inzichten en word samen wijzer in plaats van elkaar te willen overtuigen van een bepaald standpunt. Dan zul je zien dat er een stuk meer te lachen valt!

Meer weten?

Het boek ‘Socrates op sneakers’ van Elke Wiss (uitgegeven door Ambo/Anthos Uitgevers) zit vol waardevolle wijsheden. Het is een filosofische gids met tips en tricks om vragen te stellen die verrassen en aan het denken zetten. We bevelen het boek van harte aan.

Wil je je bij ICM verder verdiepen in het stellen van goede vragen? En wil je informatie op een kritische manier leren analyseren? Dat kan bij de training Argumenteren en overtuigen door kritisch denken. Je leert om problemen vanuit verschillende perspectieven te bekijken en nieuwe oplossingsrichtingen te vinden. Let op: we maken hierbij geen gebruik van bovenstaand boek.

Bekijk de training