Hoe word je gelukkiger in je werk?

Nederlanders zijn vaak tevreden en blij met hun baan. Onderzoek van TNO wijst uit dat bijna 80% tevreden of zelfs zeer tevreden is. Bij tevredenheidsonderzoeken in bedrijven geven medewerkers meestal een cijfer tussen de 7 ½ en 8. Ze tonen zich dan tevreden over bijvoorbeeld de leiding, de inhoud, de aard van het werk en collega’s.

Intrinsieke motivatie

Tevredenheid is niet hetzelfde als ‘gelukkig zijn’ in je werk of met je baan. Geluk of, in dit geval werkgeluk, is heel persoonlijk en veel moeilijker meetbaar. Duidelijk is wel dat mensen gelukkiger worden als ze in hun werk intrinsieke doelen kunnen realiseren die basisbehoeften helpen vervullen.

De basisbehoeften hebben te maken met:

  • autonomie (je eigen keuzes kunnen maken)
  • competentie (het kunnen benutten van je talenten)
  • sociale contacten (goed met collega’s kunnen opschieten)

Hoe meer intrinsiek een doel is hoe leuker je het vindt, hoe langer je het volhoudt, hoe gelukkiger je ervan wordt en hoe meer voldoening je ervaart als je het doel bereikt. Leuk werk in combinatie met het vervullen van belangrijke behoeften zorgt er ook voor dat je meer intrinsiek gemotiveerd bent. Niemand hoeft je dan aan te sporen, het gaat eigenlijk vanzelf.

Extrinsieke motivatie

Bij het vervullen van externe of opgelegde doelen (een ander bepaalt wat je moet doen en hoe je het moet doen) speelt geld of een andere materiële beloning een belangrijke rol om gemotiveerd te raken. Het krijgen van een externe beloning voor werk dat je toch al leuk vindt om te doen, leidt tot een afname van de intrinsieke motivatie en prestaties. Verschillende onderzoeken (o.a. Lepper, 1973) tonen aan dat bij mensen die tijdens het uitvoeren van een taak waar ze intrinsiek voor gemotiveerd zijn maar ook nog extrinsiek voor worden beloond, de intrinsieke motivatie sterk afneemt.

Tips om (nog) gelukkiger te worden in je werk:

1. Wees zo autonoom mogelijk 

Een van de belangrijkste voorwaarden voor geluk (in je werk) is het gevoel dat je autonoom bent. Dat betekent dat je je eigen beslissingen neemt, dingen op je eigen manier doet en bezig bent met je eigen vakmanschap. Dit is niet alleen haalbaar voor hogere functies. Ook als een groot deel van je takenpakket vastligt kun je zoeken naar dingen die je wel op je eigen manier kunt doen of kunt beïnvloeden. In elke omgeving en baan is het mogelijk.

2. Benut je talenten en blijf je ontwikkelen

Competent zijn en het leveren van prestaties die er toe doen zorgen voor een trots gevoel en bepalen je werkgeluk. Dat betekent dat je je talenten moet kennen maar vooral moet benutten.

3. Zorg voor een prettig contact met je collega’s (tijdens je werk en daarbuiten)

Gewoon aardig doen en het opbouwen van vriendschappen maken het werk leuker en leidt tot een goede samenwerking. Je verbonden voelen met anderen vergroot je geluksgevoel direct. Humor en plezier maken helpt hierbij.

4. Bedenk wat jouw hogere doel is in je werk

Het gevoel hebben zinvol werk te doen en een positieve bijdrage te leveren aan anderen maakt dat je meer geluk ervaart in je werk. Welke bijdrage lever je aan het grotere geheel? Wat is je maatschappelijke bijdrage?

5. Denk jezelf gelukkig

Voor veel mensen is het makkelijker om te zien wat ze ongelukkig maakt, dan te zien wat ze gelukkig maakt. Als de temperatuur op kantoor te hoog is klaagt iedereen, maar als deze precies goed is dan hoor je niemand zeggen dat hij of zij er blij mee is. Vraag jezelf af wat de reden was waarom je dit vak koos en waaruit je de meeste voldoening haalt in je werk. Jezelf gelukkig denken blijkt dan al snel te werken. Het brein is te beïnvloeden door je gedachten en positief denken zorgt ervoor dat je je beter voelt.

En tot slot; je hoeft doelen in je werk niet altijd te bereiken. Het nastreven zelf geeft al voldoening en het onderweg zijn en werken aan doelen geeft vaak meer plezier dan het werkelijk realiseren van een doel.