5 manieren om iemand te helpen bij het oplossen van een vraagstuk

Hoe reageer je als je gesprekspartner een vraagstuk op tafel legt? Stel, je gesprekspartner zit met een werkkwestie: hij twijfelt aan zijn huidige functie en overweegt een andere baan te zoeken. Doorgroeimogelijkheden zijn er momenteel niet, hij werkt hard en krijgt weinig waardering. Aan de andere kant heeft hij nu wel zekerheid van werk en inkomen. En zulk zwaar werk is het nu ook weer niet. Moet hij wel of niet de volgende stap zetten?

Als vriend, familie, collega of coach kun je bij het horen van zo’n vraagstuk op verschillende manieren reageren. Elke stijl heeft daarbij een ander effect. Je helpt je gesprekspartner graag verder. Welke stijl kies jij (Crasborn & Buis, 2015)?

  1. Accepterende stijl

Bij de accepterende stijl voelt jouw gesprekspartner zich gehoord, geaccepteerd en veilig. Je hebt een open, vriendelijke en uitnodigende houding. Je luistert, vat samen en vraagt door. Je leeft je goed in en toont veel begrip voor de situatie waarbij je de gevoelens van de ander verder verkent. Je oordeelt niet. Hij zal waarschijnlijk open zijn verhaal vertellen. Deze opmerking is herkenbaar voor deze stijl: “ik kan me goed voorstellen dat het lastig is om zekerheid op te geven.”

  1. Analyserende stijl

Bij de analyserende stijl help je je gesprekspartner verder door open en gesloten vragen te stellen. Hij begrijpt zijn vraagstuk daardoor een stuk beter. Je stelt veel vragen over wat er in de context afspeelt (wie, wat, wanneer, waartoe en hoe), maar ook over het doel waar hij uiteindelijk naartoe wilt. “Wat bedoel je precies met ‘doorgroeimogelijkheden zijn erg belangrijk voor mij’?”

  1. Structurerende stijl

Bij de structurerende stijl krijgt jouw gesprekspartner meer grip op de informatie die hij nog mist óf nog nodig heeft. Ook hier is het luisteren, samenvatten en doorvragen van belang. Je zet de kernpunten op een rij. Wat zegt hij nu eigenlijk? Je spreekt een hypothese uit en checkt of deze interpretatie klopt. “Als ik jou zo je verhaal hoor doen, dan zie ik als rode draad het thema ‘waardering’ terugkomen, is dat iets waar we dieper op in moeten gaan?”

  1. Confronterende stijl

Bij de confronterende stijl maak je je gesprekspartner bewust van hoe hij zijn eigen probleem in stand houdt. Je benoemt feiten (wat je hoort en ziet) en je confronteert je gesprekspartner met wat hij zegt, wat hij uitstraalt of wat hij doet. Ook kun je daarbij het effect op jou of op je omgeving noemen: “Je zegt dat het hard werken is, en dan zeg je dat het wel meevalt. Ik geloof helemaal niet dat het meevalt!”

  1. Sturende of adviserende stijl

Bij de sturende stijl geef je jouw gesprekspartner advies. In een coachrelatie doe je dit vrijwel nooit. Je gesprekspartner dient zélf met ideeën en oplossingen te komen. Toch kan het weleens helpen om advies te geven. Als collega, vriend of familielid doe je dit al heel snel. Want misschien dat je een soortgelijke situatie ook kent of hebt meegemaakt. Jouw tips kunnen hem dan mogelijk goed helpen: “Ik zou echt je baan opzeggen. Je moet nog tot je 65e en je bent nu al bijna overwerkt. Ik heb die stap indertijd ook gezet en ik leef nu meer dan ooit”.

Kortom, er zijn meerdere stijlen in te zetten. Elke stijl heeft zijn eigen effect. Het is mooi als je hier bewust van bent en deze stijlen in elk gesprek flexibel kan inzetten.

Bron

Crasborn, J., & Buis, E. (2015). HOE-boek voor de coach: tips, modellen en vragen voor werkgerelateerde, individuele coaching (10e editie). Uitgeverij Thema.