Wat houdt je tegen!?

Hoe komt het toch dat mensen het lastig blijken te vinden het geleerde daadwerkelijk in de praktijk te brengen? Vastgeroeste gewoontes? In dit artikel worden obstakels tussen ‘weten en doen’ besproken en tips gegeven om deze kloof te overbruggen.

Als oude schooljuf ben ik nog steeds gek op verhalen. Op verhalen vertellen en laten vertellen. Verhalen vertellen is immers de oudste vorm van kennisoverdracht en werkt nog steeds. Ik ben dan ook een fan van de boekjes van Ken Blanchard. Ken Blanchard, wie kent hem niet? Ik denk dat bijna iedere trainer/opleider wel het boek: “Wie heeft mijn kaas gepikt?”, in de kast heeft staan. Of de “One-minute-manager”. Het zijn van die boekjes die je op een regenachtige zondagmiddag uitleest. Meestal in verhaalvorm. Ik beveel ze altijd van harte aan, vooral aan cursisten die eigenlijk niet van lezen houden. Vorig jaar verscheen: “Know can do”. Een dergelijk boekje waarvan je denkt als je het hebt uitgelezen: “Eigenlijk wist ik dit wel, maar mooi dat iemand het eens voor me op de goede volgorde heeft gezet”. Graag deel ik mijn ervaring met jullie.

Blanchard

Ook een man als Blanchard doet gelukkig aan zelfreflectie. Een grote teleurstelling voor hem was dat veel van zijn boeken en theorieën geen blijvende impact lijken te hebben. Veel managers kennen zijn concepten, praten erover met elkaar, maar toepassen: Ho maar! Bij zijn zelfreflectie realiseert hij zich dat hij zich wellicht teveel gericht heeft op het veranderen van gedrag van mensen aan de buitenkant. Hij beseft dat een blijvende verandering van menselijk gedrag van binnen begint. Daar loop ik als trainer en opleider ook tegenaan: je legt uit, je oefent, legt nog eens uit en enthousiast pikken je cursisten het op. Maar dan? Ongetwijfeld heb je je weleens afgevraagd waarom je cursisten toch steeds maar blijven doen wat ze doen, ook al weten zij dat het anders zou moeten en kunnen. In het boekje ‘Van weten naar doen’ van Blanchard, Meyer en Ruhe wordt deze vraag besproken: ‘Hoe komt het toch dat mensen vaak weten wat ze moeten doen, maar het uiteindelijk niet uitvoeren? ‘

Obstakels tussen “weten en doen”

Obstakel 1: Informatie-overload

De auteur in het verhaal (Blanchard himself) gaat op zoek naar een antwoord op de vraag hoe de kloof tussen weten en doen kan worden overbrugd. Hij neemt je mee op een reis langs “ervaringsdeskundigen”. Hij ontdekt dat er drie belangrijke redenen zijn waarom mensen uiteindelijk niet doen wat ze hebben gelezen of geleerd. De eerste is dat mensen een overdosis informatie krijgen en vervolgens niet weten wat ze ermee moeten doen. Het verlamt ons. Herkenbaar? Ik ben een lezer en een echte informatiejutter, maar af en toe heb ik het gevoel dat mijn hersenen één grote zee van informatie geworden zijn, mijn focus is verdwenen. En zoals hij in zijn boekje: “Wie heeft mijn kaas gepikt?”, in de stukken kaas de leermomenten schetst, zet hij die nu op notitieblaadjes aan het eind van het hoofdstuk. Hoe om te gaan met die informatie overload? Het is beter om een beperkte hoeveelheid informatie vaker te leren dan veel in één keer. Kijkend naar wat we nu weten over de hersenen klopt dat natuurlijk als een bus. Focus, focus, focus. Daarnaast werkt het wanneer je hetgeen je echt wil onthouden opschrijft en het regelmatig naleest.

Obstakel 2: Stinking thinking

De tweede reden is het zogenoemde negatief filteren, ofwel: “stinking thinking”. Het ontstaan daarvan voert de auteur terug naar onze jeugd; als je iets goed deed was dat vanzelfsprekend, maar als je iets verkeerd deed sprong iedereen daar bovenop. Herkenbaar? Zo leer je alles wat op je afkomt te filteren met je ratio, die op zijn beurt weer wordt gedomineerd door negatief denken. Dat leidt ertoe dat je maar een klein deel van wat je hoort en ziet gebruikt. Door je negatieve filter heb je de neiging om veel informatie als “onzin” af te doen en niet verder te onderzoeken. Als ik mensen bijvoorbeeld vertel dat ik ook homeopathische geneesmiddelen gebruik roept meer dan 80%: “Dat jij daar in gelooft?!”. Als ik dan doorvraag naar hun kennis over dit onderwerp wordt het afgedaan met: “Ach het is gewoon water, meer is het niet”. Je moet dus manieren vinden om een open instelling te krijgen. Word een “groen-lichtdenker” en ga op zoek naar wat wel klopt. Zeg tegen jezelf: “Ik weet dat er iets waardevols zit in wat ik nu lees of hoor, wat kan dat zijn?”

Obstakel 3: Geen follow-up

De derde en laatste reden is dat er vaak een gebrek is aan follow-up. Tot slot spreekt de auteur met een HR-manager, een man die de auteur alles vertelt over een follow-up en de kracht van herhaling. Ach, we weten het allemaal. Als je een nieuw aangeleerde techniek of vaardigheid niet direct toepast verval je in je oude gewoonten. Jammer is het natuurlijk wel dat wij als trainer weinig invloed hebt op wat er verder op de werkvloer met al die mooi aangeleerde kennis en vaardigheden gebeurt. We kunnen onze cursisten natuurlijk wel de tips meegeven die Blanchard aanreikt. Hij beschrijft een leersysteem dat het positieve benadrukt en dat er als volgt uitziet: vertellen, laten zien, laten doen, observeren, vooruitgang prijzen en/of bijsturen, vertellen, laten zien etc. Hé, kennen we dat weer niet van Kolb of anders van de Galan? En zo vallen de puzzelstukjes op hun plaats.

Wanneer je voor jezelf nog eens op een rijtje wilt zetten wat er belangrijk is om gedragsverandering te realiseren bij jezelf of bij mensen in je omgeving, wacht dan niet tot een regenachtige zondag, maar ga dit boekje lezen. Door mij warm aanbevolen.