Vier vormen van interactie om toe te passen in je trainingen

Ben jij als trainer of docent soms zo gericht op de inhoud van jouw trainingen, dat je niet toekomt aan interactie? Of ben je af en toe zo gezellig in gesprek met cursisten, waardoor je het doel van de training niet bereikt? Bij het opleiden van trainers merk ik steeds hoe moeilijk het is om interactie doelbewust te benutten en goed te begeleiden. Dit artikel maakt je bewust van de verbale interactiepatronen in jouw trainingen en geeft je inzicht in de waarde van deze interactiepatronen.

Zijn interactieve trainingen een doel of een middel?

Iedere trainer geeft graag interactieve trainingen. Interactie verhoogt de betrokkenheid van de cursist en komt de waardering voor de training ten goede. Of deze interactie nog een ander doel dient, is niet altijd duidelijk. Dat is volgens mij een gemiste kans! Een trainer die zich bewust is van het doel van interactie en vervolgens doelbewust een interactiepatroon kiest, zal veel meer rendement halen uit de interactie met- en tussen cursisten.

Interactie moet je leren!

Weet jij nog hoe jouw eerste training ging? De kans is groot dat je zo gericht was op de inhoud van jouw training, dat je aan interactie helemaal niet toekwam. Of het andere uiterste: je was gezellig in gesprek met de cursisten, en bereikte niet het doel van je training. Bij het opleiden van trainers merk ik steeds weer hoe moeilijk het is om interactie doelbewust te benutten en goed te begeleiden. Ook als ervaren trainers zijn we ons vaak niet bewust van het doel en de vorm van de interactiepatronen die we hanteren.

Vier interactiepatronen

Wanneer ik andere trainers wil opleiden, en dat is een deel van mijn werk, dan moet ik eerst weten hoe ‘interactie’ in trainingen eruitziet. Bij het observeren van mezelf en een aantal trainers in opleiding ben ik allereerst tot de conclusie gekomen dat er vier verbale interactiepatronen bestaan. Mijn tweede conclusie was dat deze patronen elk hun eigen waarde en risico hebben. De derde conclusie was dat een goede trainer deze patronen alle vier kan gebruiken.

1. Geen interactie. (T – T – T)

 (T=Trainer, C=cursist.)

Het zal niet vaak gebeuren, maar er zijn momenten dat de trainer even alleen aan het woord is. Bij een geleide fantasie, bij een korte lezing en bij uitleg of instructie. Het risico is uiteraard dat het ontbreken van interactie de aandacht snel laat verslappen en dat het leerrendement van luisteren nogal laag is.

2. Trainergecentreerde interactie. (T – C – T – C – T – C)

Dit is de minst tijdrovende vorm van interactie. Het is bijvoorbeeld een vraag-antwoordspel tussen trainer en cursist. De cursisten worden actief betrokken en de trainer heeft tegelijk veel controle op de interactie en de inhoud van de training. Het risico is dat de trainer de cursisten slechts gebruikt om z’n eigen verhaal te vertellen.

3. Cursistgestuurde interactie. (T – C – C – C – C – C)

In positieve zin is dit een vorm van interactie waarbij de cursisten zelfsturend op elkaar reageren. De trainer geeft de cursisten bijvoorbeeld een groepsopdracht. Een risico is dat de cursisten afdwalen. Overigens zien we dit patroon ook bij trainers die de draad kwijt zijn.

4. Begeleide interactie. (T – C – C – C – T – C – C – C – T)

Deze vorm van interactie zie je vooral in leergesprekken. Cursisten delen bijvoorbeeld kennis en ervaringen of discussiëren met elkaar, waarbij de trainer de rol van procesbegeleider heeft. Ook kan de trainer de ervaringen van cursisten abstraheren tot theorie. Deze vorm van interactie blijkt het meest lastig te zijn en glijdt vaak af naar één van de andere patronen.

Interactie zelf toepassen

Trainers die hiermee aan de slag gaan, worden zich bewuster van interactiepatronen in hun trainingen en daarmee ook van het doel dat ze met interactie willen bereiken. Verder blijken veel trainers het vierde patroon het minst te beheersen, maar dit wel het meest waardevol te vinden. Bij het opleiden van trainers besteed ik daarom veel aandacht aan het oefenen van ‘begeleide interactie’.

Voor een ervaren trainer lijken deze patronen misschien basaal. En dat zijn ze ook. Juist daarom denk ik dat dit eenvoudige model inzicht geeft in iets wat we misschien wel beheersen, maar waar we ons misschien nog onvoldoende bewust van zijn.

Wil jij je ontwikkelen als trainer? Bekijk hier ons volledige opleidingsaanbod voor trainers.