3 stappen om als trainer of coach speelser te werken

Ken je dat gevoel dat je als trainer het standaard rondje doorloopt? Je legt eerst wat uit of voert een gesprek met je deelnemers over de stof, dan wordt er wat geoefend en vervolgens bespreek je dat weer na en ga je naar het volgende onderwerp. Of dat je als coach alleen maar in de praatstand staat met je coachee en vooral cognitief bezig bent?

Ik ben er een jaar geleden voor een deel mee gestopt. In mijn trainingen en coachingsgesprekken wordt nu veel gelopen, gespeeld en minder gepraat. Waarom? Omdat mensen meer leren als ze in een spelsituatie mogen oefenen met de stof. Het is minder cognitief leren en meer leren door te ervaren. Bovendien is het leuker dan de hele dag in je stoel zitten.

Maar hoe doe je dat precies? Met deze twee elementen kun je morgen al beginnen:

  1. Jij hebt als coach of trainer het lef om zelf te bewegen en te spelen.
  2. Je zet een situatie in scène en verleidt mensen tot bewegen en spel.

Normaliter start je een training na de kennismaking met een kader over de theorie. Dit betekent vaak dat jij als trainer een PowerPointpresentatie geeft voor een tafelopstelling in de vorm van een U. Ik doe het anders. Ik sta altijd zonder beamer midden in een kring van mensen, zonder stoelen of tafels. Dat nodigt namelijk uit tot spelen. En ik bespreek niet de theorie, maar vertel een interactief verhaal over de stof. Hieronder een voorbeeld.

Voorbeeld uit de ICM training Coachend Leidinggeven

Stap 1: Verdeel de ruimte

De cursus gaat over een nieuwe manier van leidinggeven. Stel voor aan je groep dat de linkerkant van de ruimte de ruimte is waarin er volgens de ouderwetse manier leiding wordt geven en dat er aan de rechterkant van de zaal op de nieuwe manier leiding wordt gegeven. Om het visueler te maken kun je de lesruimte letterlijk in tweeën splitsen door tape op de grond te plakken.

Stap 2: Loop door de ruimte

Laat de cursisten door de ‘ouderwetse ruimte’ heen lopen en loop zelf mee. Dik het ouderwetse aan door als een wat oudere, strenge, ouderwetse leidinggevende rond te lopen. Stel dan de cursisten een paar vragen over deze manier van leidinggeven. Bijvoorbeeld: Hoe ga je met je mensen om? Hoe denk je over mensen? Wat zijn de voor- en nadelen? Dit laat je in tweetallen bespreken en na afloop interview je een aantal groepjes.

Stap 3: Vergroot de tegenstelling uit

Dan vraag je iemand met jou mee naar de ‘overkant’ te lopen (die staat voor nieuwerwets leidinggeven). Vraag dan aan die cursist wat ervoor nodig is om op die nieuwe manier leiding te geven. Vervolgens laat je iedereen in het andere vak lopen en stel je dezelfde vragen die je hebt gesteld in de ouderwetse ruimte. Laat de cursisten er weer over praten in tweetallen. Je hebt nu in een vrij korte tijd de theorie behandeld van ‘het nieuwe leidinggeven’. Het voordeel van deze manier is dat ze zelf nagedacht hebben, bewogen hebben en zich een klein beetje hebben ingeleefd in hun oude en nieuwe rol. Vrijwel alle theorie is zo te behandelen. Het gaat om het opzoeken van de tegenstellingen en deze uit te vergroten.

Meer lezen

Als je wat meer wilt lezen over deze methodiek raad ik je aan het boekje Drama in bedrijf te kopen waarin de achterliggende theorie en heel veel voorbeelden staan van deze manier van werken binnen coachingsgesprekken en trainingen.